Magnesium

Een mineraal van levensbelang

 

Het essentiële (macro)mineraal magnesium is uitermate belangrijk voor de gezondheid. Magnesium is wat betreft hoeveelheid het vierde mineraal in het lichaam, na calcium, kalium en natrium. Het lichaam bevat circa 21 tot 28 gram magnesium; 60% daarvan is ingebouwd in botweefsel en tanden; 20% bevindt zich in spieren, 20% in andere zachte weefsels en lever, minder dan 1% circuleert in het bloed. Van alle magnesium bevindt zich 99% in cellen (intracellulair) of in botweefsel en 1% in de extracellulaire ruimte. Onvoldoende inname van magnesium met de voeding leidt tot gezondheidsklachten en vergroot de kans op een reeks chronische ziekten waaronder osteoporose, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Net als in andere (geïndustrialiseerde) landen bevat de voeding van veel Nederlanders minder magnesium dan is aanbevolen.

Centrale rol in energiestofwisseling en celprocessen
Om te kunnen functioneren, beschikken lichaamscellen over energierijke ATP-moleculen (adenosinetrifosfaat). ATP initieert ontelbare biochemische reacties door de afgifte van energie die is opgeslagen in de staart van het molecuul die bestaat uit drie fosfaatgroepen. Hierbij ontstaat ADP of AMP (door afsplitsing van respectievelijk 1 of 2 fosfaatgroepen). ADP en AMP worden vervolgens gerecycled tot ATP, een proces dat duizenden keren per dag plaatsvindt. Het aan ATP gebonden magnesium (Mg2+) is essentieel om ATP te kunnen splitsen zodat energie kan vrijkomen. Meer dan 300 enzymen hebben magnesium als cofactor nodig, inclusief alle enzymen die ATP maken of verbruiken en enzymen die betrokken zijn bij de synthese van onder meer DNA, RNA, eiwitten,lipiden, antioxidanten (waaronder glutathion), immunoglobulinen en prostaglandinen.(1,2) Magnesium is zowel betrokken bij het activeren van enzymen als bij het katalyseren van enzymatische reacties.

Andere functies van magnesium:
- Magnesium is essentieel voor de synthese en activiteit van ‘second messengers’ zoals cAMP (cyclisch adenosinemonofosfaat), die zorgen voor de intracellulaire overdracht van signalen, afkomstig van bijvoorbeeld hormonen en neurotransmitters die aan de celoppervlakte binden. Hierdoor is communicatie tussen cellen mogelijk. 
- Magnesium speelt een rol in celcyclus en celapoptose. 
- Magnesium stabiliseert celstructuren zoals DNA, RNA, celmembranen en ribosomen. 
- Magnesium is betrokken bij regulatie van de calcium-, kalium- en natriumhomeostase (elektrolytenbalans) door het activeren van ATP/ATPase pompen (natrium- kalium, natrium-calcium, natriummagnesium en calcium-magnesium pompen) die zorgen voor het actieve transport van elektrolyten langs de celmembraan en mede de membraanpotentiaal (elektrische spanning over de membraan) bepalen. 
- Magnesium is een fysiologische calciumantagonist. Magnesium bevordert spierontspanning, terwijl calcium (samen met kalium) zorgt voor spiercontractie (skeletspieren, hartspier, gladde spieren). Magnesium kalmeert en calcium exciteert zenuwcellen. Magnesium remt de bloedstolling, terwijl calcium deze activeert. De concentratie magnesium is intracellulair hoger dan extracellulair; bij calcium is dit omgekeerd. Het in cellen aanwezige magnesium is onder meer van belang voor celstofwisseling, celcommunicatie, regulatie van lichaamstemperatuur, elektrolytenbalans, spiercontractie, zenuwprikkeloverdracht, hartritme, bloeddrukregulatie, immuunsysteem, endocriene systeem en bloedglucoseregulatie. Het in botweefsel opgeslagen magnesium fungeert als magnesiumreservoir en bepaalt mede de kwaliteit van botweefsel; terwijl calcium botweefsel hard maakt, zorgt magnesium voor enige flexibiliteit waardoor botten minder snel breken. magnesium heeft invloed op de botstofwisseling; magnesium stimuleert calciumafzetting in botweefsel en remt calciumafzetting in zachte weefsels (door verhoging van calcitonine), activeert alkalische fosfatase (nodig voor de botaanmaak) en is essentieel voor binding van vitamine D aan het transporteiwit en omzetting van vitamine D in de actieve, hormonale vorm in lever en nieren. Gezien de veelzijdige en cruciale functies van magnesium is het zeer begrijpelijk dat een (sluipend) magnesiumtekort verstrekkende gevolgen kan hebben voor gezondheid en welbevinden.
- Magnesium in voeding vaak onvoldoende

Goede bronnen van magnesium zijn volkorengranen, (groene) bladgroenten, noten, zaden, peulvruchten, pure chocola, chlorella en spirulina. Drinkwater draagt ook bij aan de magnesiuminname. Ondanks dat veel (onbewerkte) voedingsmiddelen magnesium bevatten, hebben veranderingen in voedselproductie en eetgewoonten ertoe geleid dat veel mensen minder magnesium met de voeding binnen krijgen dan wenselijk is. Voor de industrialisatie was de magnesiuminname naar schatting 475 tot 500 mg per dag (circa 6 mg/kg/dag), tegenwoordig is de inname honderden milligrammen lager.


Verschillende wetenschappers zijn overigens van mening dat de verhouding tussen calcium en magnesium in voeding circa 2:1 dient te zijn en niet veel hoger (maximaal 2,4:1); bij een gebruikelijke aanbeveling van 1000-1200 mg calcium per dag voor volwassenen komt dit neer op een magnesiumbehoefte van 500-600 mg per dag. Bij het verhogen van de calciuminname (bijvoorbeeld ter preventie van osteoporose) dient de inname van magnesium ook te worden aangepast. De Voedselconsumptiepeiling 2007-2010 van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) laat zien dat in Nederland een aanzienlijk deel van de bevolking minder magnesium met de voeding binnen krijgt dan gemiddeld wordt aanbevolen (de EAR, estimated average requirement, is de geschatte dagelijkse hoeveelheid waar 50% van de gezonde volwassenen genoeg aan heeft).(8) Dit varieert van 11% (jongens 9-13 jaar) tot 75% (meisjes 14-18 jaar); van de volwassenen krijgt 21 tot 36% minder magnesium via de voeding binnen dan gemiddeld wordt aanbevolen.

Genoemde ADH, RDA en EAR voor magnesium gelden voor gezonde mensen en zijn waarschijnlijk te laag voor een optimale gezondheid en de preventie van chronische ziekten. Daarbij is onvoldoende rekening gehouden met een juiste verhouding tussen calcium- en magnesiuminname. In de praktijk is de magnesiumbehoefte vaak hoger door medicijngebruik of ziekte.

Mogelijke uitingen magnesiumtekort
Een verlaagde magnesiumstatus kan leiden tot allerlei gezondheidsklachten en verstoringen van de elektrolytenbalans; chronische magnesiumdepletie draagt vermoedelijk bij aan het ontstaan en/of de progressie van een reeks (welvaarts) ziekten:

Maagdarmkanaal
Misselijkheid 
Braken
Verminderde eetlust 
Maagpijn 
Constipatie 
Moeite met slikken
Bewegingsapparaat
Spierspasmen, spiertrekkingen, tremoren 
Spierkramp, beenkramp, rusteloze benen syndroom 
Spierpijn (waaronder rugpijn, nekpijn),gespannen spieren 
Spierzwakte 
Fibromyalgie
Osteoporose
Zenuwstelsel, zintuigen
Verhoogde stressgevoeligheid, nervositeit
Geïrriteerdheid
Hyperactiviteit, rusteloosheid, voortdurend bewegen
Angst en paniekaanvallen
Depressie, apathie
Persoonlijkheidsveranderingen
Slapeloosheid
Slecht geheugen, moeite met leren
Duizeligheid
Migraine en andere vormen van hoofdpijn (waaronder spanningshoofdpijn)
Verminderd gehoor, oorsuizen, tinnitus
Ogen overgevoelig voor licht, oren overgevoelig voor geluid
Cataract, glaucoom
Diabetische retinopathie
Doof gevoel, tintelingen (paresthesie)
Convulsies
Stofwisseling
Suikerverslaving en/of een grote behoefte aan zout
Diabetes type 1 en 2
Insulineresistentie, metabool syndroom
Lage serumcalcium- en/of serumkaliumspiegel, die niet reageert op calcium- respectievelijk kaliumsuppletie, maar wel op (aanvullende) magnesiumsuppletie
Intracellulaire verlaging van het kalium- en magnesiumgehalte en intracellulaire verhoging van het natrium- en calciumgehalte (verstoorde activiteit ATP/ATPase pompen en ‘lekke’ celmembranen)
Verhoogde serumfosforspiegel, natriumretentie
Gebrekkige omzetting vitamine D in actieve vorm, calcitriol (vitamine D-resistentie)
Hart en bloedvaten
Hypertensie
Dislipidemie (hoog totaalcholesterol en LDL-cholesterol, laag HDLcholesterol)
Hartkloppingen, hartritmestoornissen (supraventriculaire tachycardie, atriumfibrilleren), ECG-afwijkingen (torsade de pointes: ventriculaire tachycardie met abnormale QRS complexen in het ECG)
Mitraalklepprolaps
Vaatkramp, atherosclerose, trombose
Ischemische hartziekte, angina pectoris, myocardinfarct, plotse hartdood
Congestief hartfalen
Beroerte
Luchtwegen
Astma
COPD
Gynaecologische problemen
Zwangerschap: pre-eclampsie, eclampsie, miskraam, laag geboortegewicht
PMS (premenstrueel syndroom)
Dysmenorroe (menstruatiekramp)
Divers 
Nierstenen 
Zeer moe, chronisch vermoeidheidssyndroom
Benauwd gevoel in de borstholte
Colorectaalkanker
Levercirrose
Systemische ontsteking en endotheeldisfunctie


Dat een magnesiumtekort bijdraagt aan het ontstaan van chronische (degeneratieve) aandoeningen zoals obesitas, metabool syndroom, diabetes type 2, hypertensie, beroerte en andere hart- en vaatziekten komt waarschijnlijk mede door het bevorderen van oxidatieve stress, systemische ontsteking en endotheeldisfunctie.(1,21,34,35,36)

Bij systemische (laaggradige) ontsteking dringen immuuncellen (leukocyten zoals macrofagen en T-lymfocyten) bloedvaten en vetweefsel binnen, veroorzaken daar een chronische ontsteking waardoor uitgebreide weefselschade optreedt.(37) Leukocyten en adipocyten ter plaatse produceren onophoudelijk ontstekingsbevorderende cytokines zoals interleukine- 6 (IL-6) en tumor necrosisfactor-α (TNF-α), die lokale schade aanrichten maar ook in het bloed komen. De circulerende ontstekingsbevorderende cytokines zorgen ervoor dat de lever de productie van hoog-sensitief C-reactief proteïne (hs-CRP) opvoert (acute fase respons) waardoor de systemische ontsteking verder aangewakkerd wordt.(1,37) Endotheeldisfunctie (cellen die de binnenkant van bloedvaten bekleden, functioneren niet naar behoren)hangt sterk samen met systemische ontsteking. De endotheelcellen produceren minder NO (stikstofoxide), met als gevolg een minder goede vaatverwijding, en produceren door oxidatieve stress en blootstelling aan ontstekingsbevorderende cytokines juist meer cellulaire adhesiemoleculen zoals E-selectine, intercellular adhesion molecule-1 (ICAM-1) en vascular adhesion molecule-1 (VCAM-1). Deze adhesiemoleculen bevorderen het aanhechten van leukocyten aan de vaatwand en maken het mogelijk dat deze ontstekingscellen de vaatwand binnendringen, hetgeen bijdraagt aan de ontwikkeling van atherosclerose.(38)

In dierstudies is aangetoond dat magnesiumdeficiëntie ontsteking van de hartspier veroorzaakt die begint met ontsteking rondom de bloedvaten in het hart. Hartweefsel van dieren met een magnesiumtekort is minder goed bestand tegen ischemie/reperfusie (meer schade als de doorbloeding van het weefsel weer op gang komt na een periode van zuurstofgebrek) en functioneert na herstel significant slechter dan hartweefsel van dieren met een normale magnesiumstatus. Epidemiologische en experimentele studies laten een inverse associatie zien tussen de magnesiumstatus en bloeddruk.

Magnesiumdeficiëntie bevordert stress door activering van de HHB-as (hypothalamus- hypofyse-bijnieras), hetgeen onder meer kan leiden tot angst en depressie. 

In een experimentele studie met 13 postmenopauzale vrouwen (47-75 jaar) is een direct (oorzakelijk) verband gevonden tussen magnesiumtekort, verminderde glucosetolerantie en cardiovasculaire pathologie. In het onderzoek werd de dagelijkse magnesiuminname sterk verlaagd naar 101 mg/dag. In minder dan drie maanden tijd kregen vijf vrouwen hartritme-afwijkingen, waardoor vier van hen de studie voortijdig moesten verlaten. Drie vrouwen kregen last van atriumfibrillatie/ flutter, die verdween met magnesiumrepletie. Magnesiumdepletie leidde tot stijging van de nuchtere bloedglucosespiegel en een verminderde glucosetolerantie, vastgesteld met de intraveneuze glucosetolerantietest. Het magnesiumgehalte was verlaagd in de celmembranen van rode bloedcellen, terwijl de serummagnesiumspiegel binnen de referentiewaarden bleef.

Risicofactoren magnesiumtekort
Verschillende factoren kunnen een magnesiumtekort in de hand werken:

Een lage magnesiuminname met de voeding: voorkeur voor geraffineerde voedingsmiddelen, hoge alcoholconsumptie, anorexia, veroudering.
Verminderde intestinale absorptie of malabsorptie van magnesium: mogelijke oorzaken zijn langdurige diarree, braken, hoge alcoholconsumptie, ziekte van Crohn, coeliakie, regionale enteritis, verwijdering van een deel van de dunne darm (met name ileum), darmontsteking na bestraling, verminderde maagzuurproductie, hoge inname van calcium of kalium, veel verzadigde vetten in de voeding, veroudering, vitamine D-tekort, blootstelling aan zware metalen (aluminium, lood, cadmium). Magnesium wordt in het maagdarmkanaal (met name de dunne darm) opgenomen via passieve (paracellulaire) diffusie en via actieve opname met de TRPM6-transporter. Bij een inname van 300 mg magnesium per dag is de absorptie tussen 30 en 50%. Bij een lage magnesiuminname met de voeding of een lagere serummagnesiumspiegel verbetert de magnesiumabsorptie (van 30-40% naar 80%) door verhoging van de actieve magnesiumopname. Er zijn waarschijnlijk mensen bij wie het actieve transportsysteem slecht functioneert (‘poor absorbers’) of geheel afwezig is (primaire magnesiumdeficiëntie). De magnesiumopname is bij hen deels of geheel afhankelijk van passieve diffusie (10-30% opname) waardoor een magnesiumtekort zal ontstaan bij een magnesiuminname die voor anderen voldoende is.
Een verhoogde renale magnesiumuitscheiding: mogelijke oorzaken zijn veroudering, langdurige stress, hoge alcoholconsumptie, metabool syndroom, diabetes type 2, hyperthyroïdie, gebruik van bepaalde medicijnen zoals diuretica (zie interacties), hoge inname calcium, koffie, frisdrank, zout, suiker.
Verhoogde magnesiumbehoefte: door onder meer zwangerschap, lactatie, zware lichamelijke inspanning.
Vaststellen magnesiumtekort
Bij magnesiumdeficiëntie is sprake van daling van het totale magnesiumgehalte in het lichaam. Een magnesiumtekort komt veel voor, ook bij mensen met een ogenschijnlijk gezonde leefstijl, en wordt helaas vaak over het hoofd gezien.(1,6,45,46) Dit komt mede door het ontbreken van typische (pathognomonische) symptomen waaraan een magnesiumtekort direct kan worden herkend.(21) Slechts 1% van het magnesium bevindt zich in het bloed, 70% in ionvorm of gekoppeld aan oxalaat, fosfaat of citraat, 20% aan eiwitten gebonden. Bloedonderzoek (extracellulair magnesiumgehalte, magnesiumgehalte in rode bloedcellen) is niet ideaal om een beeld te krijgen van de magnesiumstatus in het hele lichaam (botten, spieren, overige weefsels).(2,6,47) Een magnesiumdeficiëntie gaat lang niet altijd gepaard met een verlaagd magnesiumgehalte in het bloed (hypomagnesiëmie); magnesium kan uit botten of andere weefsels zijn vrijgemaakt om het bloedgehalte te normaliseren. Soms is er hypomagnesiëmie bij een normale magnesiumstatus.(1,14,47-49) De serummagnesiumspiegel wordt vooral bepaald door de balans tussen magnesiumopname (afhankelijk van de hoeveelheid magnesium in voedsel en efficiëntie van intestinale absorptie) en magnesiumuitscheiding. De uitwisseling van magnesium tussen bloed en weefsels verloopt traag.(2,47) De serummagnesiumspiegel wordt normaliter binnen nauwe grenzen gehouden; de intestinale magnesiumabsorptie stijgt bij verlaging van de serummagnesiumspiegel en de renale magnesiumuitscheiding stijgt bij verhoging van de serummagnesiumspiegel. Een serummagnesiumspiegel onder de referentiewaarde (0,75 mmol/l) kan betekenen dat de intestinale magnesiumopname dusdanig laag is dat dit onvoldoende wordt gecompenseerd door de nieren, of dat de toegenomen renale magnesiumuitscheiding onvoldoende wordt gecompenseerd door een efficiëntere magnesiumopname in het maagdarmkanaal.(47) Een verlaagde serummagnesiumspiegel betekent meestal dat er (op termijn) sprake is van magnesiumdeficiëntie en dat magnesiumsuppletie nodig is.(1,14) Metingen van magnesium in serum, rode bloedcellen en urine zijn bruikbaar, de gouden standaard voor het bepalen van de totale magnesiumstatus is vooralsnog de magnesium (intraveneuze) belastingtest.(1,6,14) Bij de belastingtest wordt 30 mmol elementair magnesium (1 mm = 24 mg) langzaam, gedurende 8 tot 12 uur, intraveneus toegediend en de magnesiumuitscheiding gemeten in 24-uurs urine. (1,47,51) Bij een (latent) magnesiumtekort is de renale magnesiumuitscheiding significant verminderd. Mensen met een goede magnesiumstatus scheiden ten minste 90% van het magnesium weer uit in de 24-uurs urine; bij magnesiumdeficiëntie wordt minder dan 75% van het magnesium binnen 24 uur uitgescheiden.(1)

Het magnesiumgehalte in rode bloedcellen is een betere indicator voor de magnesiumstatus dan het serummagnesiumgehalte; in een studie met ouderen had niemand een te lage serummagnesiumspiegel, maar was het magnesiumgehalte in rode bloedcellen bij 57% van hen te laag.(50) Het meten van magnesium in rode bloedcellen scoort weer slechter dan de magnesium belastingtest; slechts 60% van de gevallen die op basis van de magnesium belastingtest een magnesiumdeficiëntie hebben, worden herkend.(1) Contraindicaties voor de magnesium belastingtest zijn een verminderde nierfunctie, gebruik van medicijnen die de nierfunctie beïnvloeden (zoals diuretica, cyclosporine, cisplatine) en ernstige maagdarmproblemen.(1,47) De belastingtest wordt vooral gebruikt om een magnesiumtekort uit te sluiten bij mensen die mogelijk een magnesiumtekort hebben, maar bij wie de bloedwaarden normaal zijn.(1,14)

Bij een serummagnesiumspiegel <0,75 mmol/l is sprake van (ernstige) magnesiumdeficiëntie; bij een serummagnesiumspiegel tussen 0,75 en 0,85 mmol/l is het goed een magnesium belastingtest te doen om te zien of er sprake is van magnesiumtekort.(47) Overigens wordt hypomagnesiëmie ook wel gedefinieerd als een serummagnesiumspiegel <0,9 mmol/l.(2) De magnesium belastingtest kan overwogen worden bij mensen met normale magnesiumbloedwaarden, maar met gezondheidsklachten of (risicofactoren voor) ziekten die passen bij een magnesiumtekort.

Magnesiumsuppletie
Bij een verlaagde magnesiumstatus is het allereerst belangrijk het eetpatroon te verbeteren en meer magnesiumrijke voedingsmiddelen te consumeren. In het algemeen kan bij magnesiumsuppletie een (onderhouds)dosering van 200 tot 400 mg per dag worden aangehouden. Hogere, therapeutische doseringen (400-800 mg per dag) zijn mogelijk, mits de gebruikte magnesiumverbinding bij de betreffende persoon geen (maagdarm)klachten veroorzaakt en er geen risicofactoren voor hypermagnesiëmie zijn (zie veiligheid en bijwerkingen). Organische magnesiumverbindingen zoals aminozuurchelaten (magnesiumbisglycinaat), gluconaten en citraten worden beter opgenomen dan anorganische magnesiumverbindingen (oxides, carbonaten). Organisch gebonden magnesiumbisglycinaat wordt onveranderd door het darmslijmvlies opgenomen; dan pas wordt het magnesium afgesplitst. Hierdoor vindt opname sneller plaats en wordt deze niet belemmerd door een gebrek aan maagzuur of de aanwezigheid van andere mineralen zoals calcium.

Interacties
Alcohol leidt tot magnesiumdepletie. Preklinisch onderzoek suggereert dat magnesiumsuppletie beschermt tegen ethanolgeïnduceerde vaatkramp en vasculaire schade in de hersenen. Bij alcoholontwenning kan verhoging van de magnesiuminname slapeloosheid tegengaan en de GGT-serumspiegel verlagen (serum gamma-glutamyltransferase is een indicator voor leverdisfunctie en een marker voor alcoholconsumptie).
Verschillende medicijnen kunnen de magnesiumstatus verlagen waaronder laxeermiddelen, thiazidediuretica, lisdiuretica, bèta-2 agonisten, digoxine, antibiotica (aminoglycosides, gentamycine, amfotericine, carbenicilline), ACE-remmers, cisplatine, carboplatine, cyclosporine, pentamidine, foscarnet, tacrolimus, corticosteroïden, antihistaminica, immunosuppressiva, thioridazide, en cetuximab.  Magnesiumsuppletie kan nodig zijn. 
Magnesiumsuppletie vermindert neurotoxiciteit van isoproterenol en renale toxiciteit van cisplatine.
Protonpompremmers verlagen de magnesiumabsorptie en kunnen hypomagnesiëmie veroorzaken. Extra inname van magnesium kan nodig zijn.
Magnesium kan de absorptie en/of werkzaamheid van medicijnen zoals antibiotica (tetracyclines, fluorochinolonen), bifosfonaten, chloorpromazine, digoxine en schildklierhormoon verlagen. Neem een magnesiumsupplement bij voorkeur minimaal twee uur voor of na medicijnen in.
Suppletie met magnesium en calcium vermindert oxaliplatine-gerelateerde neurotoxiciteit.
Kaliumsparende diuretica kunnen de magnesiumuitscheiding verlagen. Pas in dat geval op met magnesiumsuppletie.
Magnesium kan de werking van spierverslappers versterken.
Magnesium kan de behoefte aan orale antidiabetica verlagen door verbetering van de glycemische controle.
Een magnesium- en calciumtekort verhoogt de opname en (neuro)toxiciteit van aluminium.
Een hoge zinkinname remt de magnesiumabsorptie.
Vitamine B6 is een belangrijke synergist van magnesium


Veiligheid en bijwerkingen
Maagdarmklachten zoals diarree en misselijkheid kunnen optreden bij doses vanaf 250-350 mg magnesium per dag. De UL (upper limit) voor magnesiumsuppletie (magnesium uit voeding wordt niet meegerekend) is mede daarom vastgesteld op 250 mg/dag (EFSA, Europa), respectievelijk 350 mg/dag (FNB, Verenigde Staten). Vooral magnesiumcarbonaat, magnesiumchloride, magnesiumoxide en magnesiumgluconaat veroorzaken maagdarmklachten.(63) Magnesium in de vorm van aminozuurchelaten (zoals magnesiumbisglycinaat) wordt uitstekend opgenomen en geeft veel minder kans op bijwerkingen zoals diarree.

Magnesium heeft een lage toxiciteit bij mensen met een normale nierfunctie; een teveel aan magnesium wordt snel uitgescheiden door de nieren. Er zijn een paar situaties waarbij hypermagnesiëmie kan optreden: bij een verminderde nierfunctie (contra-indicatie voor magnesiumsuppletie), sterk verminderde darmperistaltiek (bijvoorbeeld na narcose, door anticholinergica of door een darmobstructie, waardoor de magnesiumabsorptie aanzienlijk toeneemt) en/of een extreem hoge magnesiuminname.

Vergiftigingsverschijnselen (toxische hypermagnesiëmie met roodheid in het gezicht, misselijkheid, braken, verlies van spierreflexen, spierzwakte, somnolentie, bradycardie, hypotensie, ademhalingsdepressie, coma) zijn zeldzaam en alleen waargenomen bij doses boven 2500 mg magnesium per dag (ten minste tien keer de UL). Meestal was sprake van inname van zeer hoge doseringen zelfzorgmiddelen met magnesium (laxeermiddelen, maagzuurremmers, pijnstillers) waarbij de magnesiuminname meer dan 5000 mg/ dag bedroeg. Bij hypermagnesiëmie is de serummagnesiumspiegel hoger dan 1,2 mmol/l; symptomen van toxiciteit ontstaan meestal bij een serumspiegel hoger dan 1,7-2,6 mmol/l. Bij magnesiumdeficiëntie kan de serummagnesiumspiegel normaal zijn; een magnesiumintoxicatie gaat altijd gepaard met hypermagnesiëmie.